Als we het over duurzaamheid hebben, gaat het vaak over warmtepompen en elektrische auto’s. De spiritualiteit van duurzaamheid hebben we het minder vaak over. Op de verdiepingsdag Ecologische spiritualiteit aan de Radboud Universiteit werd hier wel ruimte aan gegeven. Een aantal denkers spraken hierover vanuit de woorden verwantschap, verwarring, verwondering, verbondenheid en volharding. Om het publiek te prikkelen om vanuit spiritualiteit hun leven duurzaam vorm te geven.
Vrijdag 18 oktober 2024 | 13:00 – 18:00 uur | Erasmusgebouw, Nijmegen
Verslag Door: Teun te Bulte en Vivian Weijland | Foto’s: Matty van Leijenhorst
Met een moment van meditatie nam het publiek samen met zuster Marga Zwiggelaar een duik in een korte stilte die werd doorbroken met een belangrijke boodschap. Paus Franciscus doet in de encycliek Laudato si’ een beroep op de samenleving. Ons gemeenschappelijk huis vertoont gebreken. Als speelse kinderen, hebben we onze kamers in grote wanorde achtergelaten. We moeten ons eigenaarschap herzien en de verantwoordelijkheid nemen om de orde in onze kamers, en daarmee ons gemeenschappelijk huis, te herstellen. Dit is niet eenvoudig in een wereld waarin doemgedachten onze hoop en vreugde verdrukken. Toch moeten we hoopvol blijven. Tussen ‘leven, denken en zijn’ liggen de antwoorden waar we naarstig naar op zoek zijn.
Duurzaamheid als spiritualiteit
Een lezing van Krijn Pansters, van het Titus Brandsma Instituut, volgde, waarin het publiek werd meegenomen in een spirituele reflectie op ervaringsdimensies van ecologische spiritualiteit. In spirituele reflectie en contemplatie ziet hij een antwoord die ons uit de hedendaagse verwarring en vertwijfeling kan tillen. Hij beaamt een realistische revolutie, à la het soort dat Hannah Ritchie beschrijft in haar boek Niet het einde van de wereld. We moeten het kapitalistisch systeem herinrichten, zo schrijft Rebecca Henderson in haar boek Een nieuw kapitalisme voor een wereld in verwarring. Dit boek is vanwege het realisme erin een waardevolle bijdrage aan de duurzaamheidsdiscussie, maar Pansters betrekt de duurzaamheidsgedachte liever op de spirituele dimensie van het menselijk bestaan. Dit omdat een spirituele verandering in de harten van mensen nou juist de heersende verwarring en vertwijfeling kan laten verdwijnen.
‘Het is vaak de verwondering die aan de wieg staat van de omslag uit de verwarring’, stelt Pansters. Zo realiseerde hij zich niet het middelpunt van alles te zijn, maar eerder een toeschouwer die zich bij voorkeur vanuit een epistemologische nederigheid tot de wereld verhoudt. Het was een religieuze bekering die hem de spirituele ervaringsdimensies liet herzien. De antropocentrische vertrouwdheid door beheersing, zoals Lisa Sideris het verwoordt, werd genezen door een kosmocentrische bevreemding door verwondering. Het egocentrische maakte in Pansters’ denken plaats voor bezinning op basis van receptiviteit en reflectiviteit. Een verinnerlijking bewoog hem tot een verbondenheid die hij ervaart in een ontvankelijkheid voor het onbekende, een vervulling in het onvervulde en het verbonden zijn in het verbonden worden.
Al deze ervaringsdimensies moeten wat Pansters betreft worden gesitueerd in een duurzaamheid als ecologische bewustwording, waarbij we ons spiritueel richten op het goede en ons dienstbaar opstellen naar God, naasten en onszelf.
Verwantschap
Het eerste deel van de middag werd afgesloten door Gerard Kuperus, onderzoeker bij het Laudato Si’-Instituut, die met zijn voordracht over ‘verwantschap’ en het kincentrisme, aanhaakte op onze relatie met de omgeving. We bevinden ons volgens hem temidden van een ecosysteem omringd met aan ons verwante soorten. Niet alleen dieren, maar ook planten en zelfs stenen zijn aan ons verwant. We delen allen dezelfde oorsprong en hetzelfde lot. Van al deze soorten zijn wij, in de bewoording van Enrique Salmón, de hoeksteensoort. Wij vervullen een essentiële rol in het waarborgen van ons gedeelde ecosysteem. Andere soorten zijn voor hun voortbestaan afhankelijk van ons.
Kuperus belicht ook een andere invalshoek, terug te vinden in Tyson Yunkaporta’s boek Sand Talk. Volgens Yunkaporta moeten we een positieve bedrage leveren aan het ecosysteem. We gedragen ons te vaak als emoes, ofwel als destructieve onruststokers die het ecosysteem grondig verstoren en niet ondersteunen. Wat dat betreft kunnen we veel leren van stenen. Stenen zijn juist de hoeksteensoort die alle ‘leven en creatie […] samenleving, bedrijven, relaties, identiteit, [en] kennis’ mogelijk maken. Niet als dingen, zo vult Robin Wall Kimmerer hierop aan, maar als processen. Geen speciale processen, maar noodzakelijke processen die ons bestaan mogelijk maken. Met een slotboodschap van Yunkaporta, sloot Kuperus zijn voordracht af. We zijn geen hoeksteensoort, zoals de naam ook suggereert, maar we kunnen streven om een hoeksteensoort te worden.
Drie workshops: verbondenheid, verwarring en verwondering
Voorzien door respectievelijk Rob Polet, Tjirk van der Ziel en Juliëtte van Deursen-Vreeburg, werd het publiek in het tweede deel van de middag verdeeld over drie workshops: verbondenheid, verwarring en verwondering.
Verbondenheid
Gedurende de workshop over ‘verbondenheid’, liet Rob Polet vanuit zijn ervaring als diaken de aanwezigen reflecteren op kerkelijke teksten, vrij van discussie. Het doel van de workshop was om het oordeel over de ander op te schorten en ieder een eigen weg te laten vinden in contemplatie. We staan vaak niet stil bij onze verbondenheid met de natuur, planten en dieren om ons heen. Het vinden van deze verbondenheid gaat namelijk niet natuurlijk, maar vergt inspanning volgens Polet. We moeten de tijd nemen en deze verbondenheid opzoeken. In dit meditatieve proces doet onze omgeving een appèl op ons, waarin de stem van God resoneert. God vinden we, in de ignatiaanse traditie, in alle dingen, mits we aan dit appèl wel gehoorgeven. Daarvoor hoeven we niet te discussiëren; het stellen van vragen volstaat al. Zo stonden voor Polet twee vragen centraal. Wat betekent het om het appèl van God serieus te nemen? En wat betekent het om het fenomeen van broeder- en zusterschap, zoals beschreven in de encycliek Laudato si’ serieus te nemen?
‘Alles staat in relatie en alle mensen zijn verenigd als broeders en zusters […], verbonden door de liefde die God voor elk van zijn schepselen heeft en die ons ook onderling […] verenigt met broeder zon, zuster maan, broeder rivier en moeder aarde.’ (Laudato si’, 92)
Verwarring
Voorzien door Juliëtte van Deursen-Vreeburg, volgde in een select gezelschap een workshop over ‘verwarring’. Het betreft een term die velen in een negatief licht opvatten. Er zijn echter ook positieve kenmerken van verwarring te benoemen. Middels een passage over de Toren van Babel hebben de deelnemers nagedacht hoe een ecologische bekering aan zowel de negatieve als heilzame aspecten van verwarring kan worden verbonden.
De Bijbelpassage over de Toren van Babel is complex van aard, wat het lastig maakt om een eenduidige interpretatie te vinden. Toch is juist de pluraliteit van interpretaties wat de passage kenmerkt. In het verhaal intervenieert de Heer door de enige taal die Babylonië tot dan toe kent te verwarren. De Heer verspreidt de mensheid via verschillende talen over de wereld, waardoor ze elkaar, op normatief niveau, niet meer kunnen verstaan. Het is een staat van verwarring die we ook aantreffen in de dagelijkse praktijk. Zo interpreteerde een deelnemer de goddelijke interventie als een ‘aanklacht tegen te massieve ideologieën of economieën’ en kuddegedrag. Een andere deelnemer benoemde de hermeneutische storm, die woedt onder jongeren en hen in een zingevingscrisis doet belanden. Ook het toenemende aantal klimaatdepressies, als gevolg van frustratie, machteloosheid en vervreemding, wordt aangestipt als een negatief aspect van verwarring. De mensheid als geheel lijkt te verdrinken in een collectieve staat verwarring, die het positieve licht alsmaar meer doet dimmen.
De optimisten onder het gezelschap waarschuwden juist voor dit doemdenken en gooiden de boei uit om in een reddingsoperatie onder jakobsladders de pessimisten te verlichten. Een deelnemer had nagedacht over de dimensie ‘verveling’ en bekende verwarring juist fijn te vinden, omdat het je uit een verveling kan halen. Een andere deelnemer benadrukte dat verwarring ook juist een bron van creativiteit kan zijn. Een ander zag een speciale rol voor spiritualiteit toebedeeld om de verdeeldheid tussen mensen te doorbreken. Niet zo zeer een spiritualiteit vanuit het hogere, maar ‘vanuit de menselijke ervaring en het dagelijkse leven’. In de woorden van Benedictus van Nursia, er is behoefte aan een aardse ‘spiritualiteit van beneden’. Mensen zijn tegenwoordig te ruim verwijderd van de natuur. Laat hen het bos ervaren, laat hun sensoren geprikkeld worden en laat hen het Mysterie vinden, propageerde een gepassioneerde deelnemer. De encycliek Laudato si’ vat de houding samen in het volgende citaat:
‘De milieuopvoeding zou ons erop moeten voorbereiden de sprong naar het Mysterie te maken waaraan een ecologische ethiek haar diepste zin ontleent.’
Verwondering
De workshop over ‘verwondering’, gegeven door Tjirk van der Ziel, begon met een associatieoefening voor de aanwezigen: waar denken we aan als we het woord ‘verwondering’ horen? Woorden als ‘nieuwsgierig’, ‘hoop’ en ‘fascinatie’ kwamen al gauw bovendrijven. Gepassioneerd vertelde van der Ziel over Beyond, Ode to the Earth, een film van André Kuipers over de aarde gezien vanuit de ruimte. Aandachtig keek de groep naar een weergave van het beeld van de aarde die in 1968 door astronaut Bill Anders is gefotografeerd. Van der Ziel geeft woorden aan de gevoelens van de groep door de staat van verwondering uit te drukken als het ‘Overview Effect’. Wanneer we de aarde vanuit de ruimte zien, als fragiele bol in het duister, vindt er een cognitieve verschuiving in ons plaats. We verwonderen ons over onze plaats in het universum.
Een deel van de workshop werd besteed aan het reflecteren op de aspecten in ons leven waarover we ons het meest kunnen verwonderen. Denk aan water dat een cyclus doorloopt, opstijgt en weer neerdaalt, gedronken wordt en in de natuur terugkomt. Denk aan de lucht die we allen ademen of aan de taal en kennis die van generatie op generatie worden doorgegeven. Op basis van deze reflectie nam Tjirk van der Ziel de groep mee naar het gedeelte van de workshop waar de meeste tijd aan werd besteed: een close reading van een aantal fragmenten uit Annie Dillards Pelgrim langs Tinder Creek (1974). Dillard is een Amerikaanse schrijfster die zichzelf niet als wetenschapper omschrijft, maar als verkenner. Ze stelt dat de oorspronkelijke intentie van de mens is om de omgeving te verkennen en het landschap te beschouwen. Als we niet kunnen ontdekken waarom we op aarde zijn, dan kunnen we tenminste ontdekken waar op aarde we zijn. In het lezen van de teksten leren we hoe Dillard haar omgeving observeert en vervolgens in de boeken duikt om de biologische mechanismen erachter te begrijpen. Bij uitstek, leren we in de prachtige omschrijvingen van Dillard, aangedragen door Van der Ziel, de wereld met een blik van verwondering te aanschouwen.
Volharding: duurzame spiritualiteit en spirituele stabiliteit
Het programma van de middag werd afgesloten met een slotlezing over ‘volharding’. Vanuit een monastieke invalshoek vertelde hoogleraar vergelijkende godsdienstwetenschap en benedictijn Thomas Quartier hoe ons leven liturgisch vorm en inhoud kan krijgen. Quartier ziet hoe regeldruk in alle facetten van ons leven ons nerveus maakt. Hij pleit daarom voor meer stiltes en ontregeling. Niet in de negatieve zin van het woord, maar in de positieve zin. Het ontnemen van de regeldruk brengt ademruimte en daarmee ook ruimte voor nieuwe regels. De liturgie biedt, in de breedste zin, bij uitstek een ontmoetingsplaats om deze flux van nieuwe regels te aanschouwen en sturen. Want, zo benadrukte Quartier, het is onze verantwoordelijkheid om het acteren en het contempleren in verhouding toe te passen op het leven. Middels een citaat van Thomas Merton, lichtte Quartier zijn stelling toe:
‘Actie is liefde die zich naar buiten richt, op andere mensen, contemplatie is liefde die naar binnen trekt, naar haar goddelijke oorsprong. Actie is de stroom, contemplatie is de bron.’
Zonder contemplatie verdwijnt de stroom, maar zonder actie is de stilte voor niets geweest. Uiteindelijk probeert ieder mens vorm en inhoud te geven aan het eigen leven. Ook hiervoor geldt dat beide niet zonder elkaar bestaan. Het vormloze ontneemt ons elke Regel, terwijl het inhoudsloze onze idealen verduisterd. Een duurzame wereld ontstaat enkel wanneer wij allen onze Regels en idealen afstemmen op het spiritueel stabiele. Maar om dit te bereiken, moeten we wel volharden, aldus Quartier. Het was met dit inzicht dat een inspirerende en vindingrijke studiemiddag werd afgesloten.
Deze verdiepingsdag werd georganiseerd door Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen, Titus Brandsma Instituut, Laudato Si’-Instituut, met ondersteuning van Laudato Si’ Alliantie NL en Socires. Wil je de volgende keer ook bij een dergelijk evenement zijn? Meld je aan voor onze nieuwsbrief, dan nodigen we je uit.