Als theoloog kan paus Franciscus niet tippen aan zijn directe voorganger, hij zal de eerste zijn om dat toe te geven. Paradoxaal is dat zijn encycliek aan theologen veel meer stof tot nadenken geeft dan de geschriften van Benedictus XVI of Johannes Paulus II ooit zullen doen. Dat bleek wel uit de expertmeeting die de werkgroep Theologie en Duurzaamheid van Oikos op 11 november jl. hield naar aanleiding van Laudato Sí. Theologen vanuit diverse kerken bleken vooral veel waardering te hebben voor de encycliek. Deze luidt naar hun mening een definitief afscheid in van het antropologische denken in kerk en theologie, en dat was hoog tijd. Alle wezens zijn van waarde; de mens neemt deel aan de grotere levensverbanden en kan deze niet beschadigen zonder zichzelf schade te berokkenen.
Wel blijven enkele spanningspunten in de encycliek nog onopgelost. Zoals de spanning tussen zorg of zelfs alarmisme over de stand van zaken in de wereld en de oproep tot vertrouwen en overgave. Sommige vragen blijven onbeantwoord: is de natuur wel altijd en overal goed? Kan de mensheid onbeperkt blijven groeien? Dit soort vragen zijn van belang. Het inzicht dat de kern van de huidige milieuproblematiek een religieuze vraag is wint terrein: wie is de mens in het geheel der dingen; wat is onze opdracht? Zonder deze ten diepste religieuze vragen te beantwoorden is er geen blijvende oplossing mogelijk voor de ecologische crisis. Hier ligt een taak waaraan theologen de komende tijd veel meer aandacht dan voorheen dienen te besteden.