Kerst als afkickprogramma

We zijn in Nederland verslaafd aan schandalen en ophef. Wie hard schreeuwt en boude uitspraken doet, krijgt al snel een podium, ongeacht of dat roepen en die uitspraken ergens op slaan. Advent en kerst zou je kunnen zien als een jaarlijks afkickprogramma van onze ophefverslaving.

Deze week bekeek ik een interview met melkveehouder Alex Datema. Hij vertelde dat hij afgelopen zomer wel zes of zeven keer is uitgenodigd om in een televisieprogramma iets te vertellen over de spanningen in de samenleving rondom boeren en stikstof. Als hij in het voorgesprek uitlegt hoe hij naar deze spanningen kijkt, krijgt hij te horen: “Goh, meneer Datema, wat heeft u een genuanceerd verhaal. En het klinkt ook logisch. U hoort nog van ons.” “Dan weet ik al een beetje wat er komt,” aldus Datema, “dan word ik niet uitgenodigd.”

Trage, saaie processen

De verslaving aan ophef is schadelijk, zoals elke verslaving dat is. Op het moment dat je twee tegenstanders tegenover elkaar zet om de ander te verketteren, verdwijnt de kans op het inzicht dat onder het conflict een gemeenschappelijk verlangen ligt, en je misschien zelfs tot een gezamenlijke oplossing kunt komen. In ecologisch nieuws zien we ook de ophefverslaving. Eén sneeuwstorm of één tornado trekt de aandacht, maar een traag proces als klimaatverandering dreigt zo, ondergesneeuwd of weggeblazen te worden door de waan van de dag. Doordat die trage processen geen ophef geven, kunnen de catastrofale gevolgen gewoon doorgaan.

Actueel en sexy maken

Hoe bestrijd je die ophefverslaving? Je kunt natuurlijk doelbewust ophef creëren om aandacht te vragen voor dat wat in alle ophef geen aandacht krijgt. Als je in een museum soep over een schilderij gooit om aandacht te vragen voor hoe de aarde uitgebuit en vernietigd wordt, dan heb je daarmee twee vliegen in één klap (vergeef me deze natuuronvriendelijke metafoor). Je creëert ophef en daardoor een gelegenheid om het in de media te hebben over de ecologische crisis. En je confronteert mensen met hun ophefverslaving. Want hoe kan het toch dat je zo schrok en verontwaardigd was dat er soep naar een (door glas afgeschermd) schilderij vloog, maar rustig door leeft terwijl de aarde langzaam richting de vernieling wordt geholpen? Auw.

Maar het blijft lastig. Theoloog en scheppingsactivist Rozemarijn van ’t Einde deelde onlangs op Twitter dat ze samen met andere activisten van Extinction Rebellion bij vier talkshows uitgenodigd was om te vertellen over de actie die ze hadden gedaan op Schiphol. Maar liefst alle vier de talkshows zegden op het laatst af. Het onderwerp was al niet actueel genoeg meer. En als tip kregen ze mee: “Misschien kunnen jullie het wat sexyer maken?”

Kun je ophef met ophef bestrijden? Moet je de trage, (schadelijke) processen, steeds weer actueel en aantrekkelijk maken? Of zijn er nog andere manieren om te zien wat er echt toe doet?

En/en

Ik ben blij dat het katholieke geloof een en/en-geloof is. Het en/en-denken zit in het hart van de christelijke leer. Jezus was honderd procent God, én honderd procent mens. Ook in de adventstijd zien we die en/en-houding. Op het leesrooster staan confronterende Bijbelteksten en Johannes de Doper roept in niet mis te verstane woorden op tot bekering. Profeten waren er niet vies van te provoceren en ophef te veroorzaken om zo de nodige confrontatie aan te gaan met hun volk. En tegelijkertijd lezen we hoe Jezus zijn leerlingen, die in alle onrust en tumult allerlei betekenis willen zien, waarschuwt: “Wees waakzaam, want jullie weten niet op welke dag jullie Heer komt.” (Mattheüs 24,42). Verwar de ophef – hoe onvermijdelijk of nodig ook – niet met dat waar het uiteindelijk om gaat. De komst van God naar deze aarde zal plaatsvinden op een manier die je níet ziet aankomen.

Als je bedenkt hoe hardnekkig onze ophefverslaving is, dan kun je cynisch worden. Kan de waarheid ons wat schelen? Of pas als die ongenuanceerd of “sexy” verpakt wordt?

Zelfopofferende liefde en hoop

De kerstboodschap behoedt me voor dat cynisme. In een wereld waarin tirannen met harde hand de dienst uitmaken, wordt ergens in een uithoek, in een aftands pand, een kindje geboren wiens boodschap van zelfopofferende liefde en hoop veel duurzamer blijkt te zijn dan al het pretentieuze geschreeuw en machtsvertoon van Zijn en onze tijd. Die boodschap sijpelt nog steeds door alles heen en wordt nog steeds jaarlijks actueel gemaakt. Advent en kerst zou je kunnen zien als een jaarlijks afkickprogramma van onze ophefverslaving. Waar zoek jij de waarheid? Waar vestig je je hoop op? Waar verwacht je het van?

Als we in dit langzame afkickproces erachter komen waar het uiteindelijk om gaat, dan kan het kerstfeest beginnen.

 

Door: Daan Savert